Bij extractieve procesmatige grondreiniging (natte reiniging) wordt gebruik gemaakt van de eigenschappen van de verontreinigingen. In het algemeen zijn organische verontreinigingen gebonden aan organisch materiaal (humus), opgelost in het poriƫnwater of gebonden aan de fijne minerale fractie. Voor een beoordeling van het reinigingsrendement is de aard en vorm waarin de verontreiniging voorkomt (karakterisatie) essentieel. Daarnaast wordt het rendement van de reiniging bepaald door de verschillen in werking van de aaneengeschakelde technieken. De gebruikte technieken zijn grotendeels afkomstig uit de mijnbouw.
Met behulp van de extractieve reinigingstechniek kunnen verontreiniging worden geconcentreerd tot een kleiner volume (residu). Scheiding vindt plaats op basis van verschillen in deeltjesgrootte en in deeltjesmassa. De extractieve reinigingstechniek is geschikt voor zandige grondsoorten, verontreinigd met zware metalen, organische verbindingen en asbest. Het residu wordt mechanische ontwaterd tot een steekvaste slibkoek en afgezet op een erkende stortplaats.
De leden van de NVPG beschikken over stationair opgestelde extractieve installaties en tevens over mobiele (modulair opgebouwd) installaties. Mobiele installaties worden ingezet op grootschalige projecten en op meerdere inzamellocaties. Hierdoor kunnen transportbewegingen worden beperkt.
Leden die beschikken over een extractieve reinigingsinstallatie zijn:
- Attero
- Boskalis Environmental B.V.
- Grondreinigingscombinatie
- Indaver Nederland B.V.
- Kurstjens (stationair en mobiel)
Terug naar het overzicht